Faunapassage Kerkenweg

Waarom een faunapassage?

Tussen Weiteveen en Nieuw-Schoonebeek loopt de Kerkenweg. Deze weg valt binnen het Natura 2000-gebied Bargerveen. Aan beide kanten van de weg leven verschillende dieren waarvan wordt verwacht dat zij de weg niet zomaar durven over te steken. Als de dieren dat toch doen, is er een kans dat ze worden aangereden. Daarom is er een faunapassage aangelegd: een tunnel die onder de weg doorloopt waar alleen dieren doorheen kunnen. Deze passage zorgt ervoor dat de dieren, tot een halve meter hoogte, veilig kunnen oversteken.

De dieren die vooral gebruik moeten gaan maken van de passage zijn drie soorten reptielen die leven in het Bargerveen: de levendbarende hagedis, adder en gladde slang. Deze soorten zijn erg gevoelig voor de versnippering van hun leefgebied. Een drukke weg kan bijvoorbeeld een obstakel zijn waardoor hun leefgebied kleiner wordt. Door de faunapassage is het leefgebied nu vergroot en minder versnipperd. Op deze manier werken we aan natuur die tegen een stootje kan. Het doel is de uitwisseling van soorten, zodat er op lange termijn geen inteelt ontstaat. Dit betekent dat we uitsterving proberen tegen te gaan.

Nieuwe foto bij gewijzigde pagina website Faunapassage

Foto van de faunapassage (Fotograaf: Antoon Heijen)

Hoe ziet de faunapassage eruit?

De faunapassage is 1,5 meter breed en 0,5 meter hoog. Dit is de minimale grootte waarmee reptielen de passage ook daadwerkelijk gaan gebruiken. Tussen de weg en het fietspad komen de dieren in een open bak waar ze niet uit kunnen. Het open stuk is een soort ‘eiland’ in het midden van de tunnel. Dit is bewust gedaan, omdat dieren makkelijker passeren door twee korte tunnels dan één lange. Door meerdere openingen in de tunnel te creëren, waait de wind door de tunnel en is de temperatuur in de tunnel nagenoeg gelijk als erbuiten. In het natuurgebied wordt 'geleiding' aangebracht. Dit zijn aanpassingen in het natuurgebied, zodat de dieren de faunaduiker makkelijker kunnen vinden. Ook worden de werkzaamheden uitgevoerd aan de takkenrillen en de poelen en maaiveld geprofileerd, zodat de dieren op een natuurlijke wijze worden geleid naar de duiker.